Geschiedenis van De Drietand

De geschiedenis van De Drietand is slechts fragmentarisch bekend. Een archief is er nimmer geweest. Voor zover ik met die geschiedenis bekend ben, zal ik die hier beschrijven.

Onderwerpen

Terug naar mijn eerste schermbeeld

Het ontstaan van De Drietand

De Drietand is opgericht op 1 oktober 1930 door de toenmalige rector van Het Amsterdams Lyceum: Dr. C. P. Gunning.
Gunning is ook de oprichter van de school, in 1917. Voor de roeiwereld is het vermeldenswaard dat hij in 1918 en 1919 bestuurslid was van de Nederlandse Roeibond.
Gunning vond buitenschoolse activiteiten erg belangrijk en elke gelegenheid daartoe buitte hij uit. Voor De Drietand kwam die gelegenheid toen er in 1927 een brug over het Noorder-Amstelkanaal zou worden aangelegd. De architect van de brug, Kramer, was bereid in het ontwerp een botenloods en een haven op te nemen.
Kramer was bekend met Het Amsterdams Lyceum. In 1917 was hij een van de architecten die een plan voor het toen te bouwen Amsterdams Lyceum hadden ingediend. Zijn ontwerp is het overigens niet geworden, het gebouw is ontworpen door Baanders.

Terug naar de onderwerpen of Terug naar mijn eerste schermbeeld

Omstreeks 1938

Omstreeks 1937 pakte de heer Groen, sportleraar van Het Amsterdams Lyceum, de training bij De Drietand voortvarend aan.
Zijn ploeg deed voor het eerst in juni 1937 op de nog zo nieuwe Bosbaan mee aan het nummer "Snelroeien voor jongens van 17 en 18 jaar" over 500 meter. De Drietandploeg won die wedstrijd.
Groen had meer succes met zijn aanpak: in onze prijzenkast bevinden zich nog verschillende prijzen uit die tijd: de Wisselkrans Amsterdamse Roeibond, bekers en een indrukwekkend beeldje van een man, op een sokkel, die een boot torst.
{Informatie van A. Schwab, via mw. Van Cleef}

In de Schoolkrant, de HALO van 21 maart 1940, gewijd aan het tweede Lustrum van De Drietand staat een verhaal van A.S. onder de titel "Tien jaren en de Lyceumgeest". Daarin spreekt de Lyceumgeest er zijn teleurstelling over uit dat de nieuwe boot "Lyceum III" is genoemd en niet "Lyceumgeest". Hij zal tevreden zijn. Momenteel vaart er wel een "Lyceumgeest" bij De Drietand.
{Met dank aan mw. Van Cleef voor het ter beschikkig stellen van het materiaal}

Terug naar de onderwerpen of Terug naar mijn eerste schermbeeld

Oorlogstijd

Er is mij weinig bekend van De Drietand in oorlogstijd. Het schoolgebouw werd al snel door de bezetter gevorderd. Gunning werd, onder andere vanwege zijn duidelijk getoonde afkeer van de anti-Joodse maatregelen, gevangen gehouden en elders in de stad gingen de lessen door.
Oud-leerlingen herinneren zich dat het gewone leven ook door ging, dus misschien werd er nog wel geroeid. In mijn bezit zijn het archief van de secretaris over de jaren 1938 tot 1946, 1ste en 2de prijzen van het jeugdroeien in Amsterdam. En een Drietand-insigne of -badge uit 1942 zoals die blijkbaar voor leden beschikbaar waren.

Terug naar de onderwerpen of Terug naar mijn eerste schermbeeld

Na de oorlog

In de jaren vijftig is het op de Drietand niet gezellig, volgens P.J.P. Verloop die in die tijd penningmeester was. Er werd wel druk geroeid en er werd zelfs een wherrie gebouwd voor de leden die geen wedstrijd wilden roeien. Deze wherrie kreeg de naam Dr. C. P. Gunning.
Nu functioneert de punt van de "Gunning" nog als versiering bij propaganda-avonden. Tijdens de vlootschouw op de Bosbaan ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de KNRB diende de punt als afdakje voor kledingstukken.
Deze periode kent tenminste één hoogtepunt: het Nationale kampioenschap op de Bosbaan voor zowel jongens als meisjes. De laatsten in het "schoonroeien".
Voor zover ik weet was hier ook een docent voor verantwoordelijk: Van der Wal . Onder zijn leiding werden de ploegen danig getraind en kreeg De Drietand een nieuwe C4x+, de VdBroek, met oefen- en wedstrijdriemen van Het Amsterdams Lyceum.
Twee namen kunnen nog genoemd worden: Benecke en Steenkist. Zij zaten in die kampioensploeg en zij hebben ten volle geprofiteerd van de mogelijkheid om bij De Drietand al op jonge leeftijd fanatiek te roeien.
De boot is er nog, die is nog steeds het vlaggeschip van de club.

Gunning ging met pensioen en daarmee ging het clubleven bergafwaarts.
De volgende bloeiperiode begon toen in 1968 Robert-Jan Boelen bij de club kwam.

Terug naar de onderwerpen of Terug naar mijn eerste schermbeeld

Het tiende Lustrum

Deze bloeiperiode wordt gekenmerkt door een enorme inzet van een klein groepje leden. Geheel in de geest van de tijd richtten zij De Drietand opnieuw in, zonder bemoeienis van docenten of ouders. De club kreeg er een grote societeitscomponent bij. Of, zoals Robert-Jan Boelen schreef: "De ruimtes onder de lyceumbrug zijn het hol vanwaaruit de groep opereert"
De club wordt bijzonder populair binnen de school en heeft een grote aanhang. Drietandfeesten met honderden deelnemers waren gebruikelijk. Iedereen wilde erbij horen.
Het clubblad "De Sliffer" ontstaat en getuigt van grote geldingsdrang. Er worden vele activiteiten georganiseerd: het Lustrumblad dat De Drietand ter gelegenheid van het tiende Lustrum uitgeeft, zit vol met verslagen van die activiteit. Er gingen leden naar Engeland om aan schoolroeiwedstrijden mee te doen. Een hele ploeg gaat op de fiets naar Wolkenland, het schoolbuitenhuis van Het Amsterdams Lyceum in Montferland.

Maar met het van school gaan van de harde kern, verdwijnt ook het succes van de club.
In 1983 zijn er nog maar drie leerlingen die zich hun lidmaatschap van De Drietand herinneren.

Terug naar de onderwerpen of Terug naar mijn eerste schermbeeld

Na 1983

Het was de tijd van de eerste STK-functionarissen bij de Roeibond.
Esther Röling-Goudriaan was er voor de Amsterdamse Roeibond.
"Ze kwam maar eens kijken", zei ze me, "of er nog iets te doen was bij De Drietand".
"Ja", zei ik, "er is veel te doen, maar ik zou niet weten wat". Ether raadde me aan cursussen bij de Roeibond te gaan volgen.
Met haar hulp en met de groeiende inzet van steeds meer leden kwam De Drietand weer tot leven. Het grote thema van de roeiclub in de afgelopen periode, is geweest, waar de club ophoudt en waar het roeien begint. De leden zien het clubhuis toch vooral als een plek waar het alleen maar prettig toeven is. En "moeten"...,tja, dat moeten ze de hele week als, dus nu maar effe niet.

Toch leidde dat op de langere duur niet tot een bloeiend clubleven. Het was te zeer afhankelijk van individuele kwaliteiten die een enkel lid toevallig bereid was te tonen. Er moest een duidelijker structuur komen. Er werd een vast jaarrooster van activiteiten opgesteld. Voor elke activiteit bestond een draaiboek. Elk lid kreeg op schrift het volledige draaiboek en het overzicht van wat er allemaal kan. Onderbouwleerlingen maakten de cyclus enkele keren mee, zo wisten ze dus wat er mogelijk is. Als ze wat ouder werden kregen ze de gelegenheid om zelf activiteiten te organiseren.
Zo moet De Drietand voldoende zijn toegerust om straks het 75-jarig bestaan te vieren!
Daar zal ik niet meer aan bij kunnen dragen. In januari 2000 heb ik Het Amsterdams Lyceum verlaten.

Terug naar de onderwerpen of Terug naar mijn eerste schermbeeld

Lustrum 1997

Ter gelegenheid van het 16e Lustrum van Het Amsterdams Lyceum heeft De Drietand een speciaal exemplaar van het clubblad De Sliffer uitgegeven. De inhoud van dit blad, alleen de platte tekst, dus zonder plaatjes, is vanf deze plek op te halen. U kunt de conceptversie naar uw computer halen door hier te klikken. U krijgt dan het bestand LUSTRUM.ZIP (210 kB). Deze versie is opgemaakt in Word.

Terug naar de onderwerpen of Terug naar mijn eerste schermbeeld